Schrijven met gevoel (en hoe je een tekst tot leven brengt)

Teksten tot leven brengen met de content AED.

Lees verder als je wil weten hoe je de hartslag terugbrengt in je teksten. 

Waarom moet een tekst leven?

Een goed voorbeeld verzinnen vind ik best een uitdaging. De hele dag schieten er quotes uit klassieke films, songteksten, frases uit gedichten of pakkende paragrafen uit boeken (ok deze laatste twee wat minder, maar toch) door mijn hoofd. In een gesprek zorgt een goed geplaatste oneliner of verwijzing naar een scene, lied of bestseller voor herkenning en verbinding. Dat kan ook in een tekst. Dan gaan je woorden leven voor lezer.

Terwijl ik dit stuk type zoek ik naarstig naar een herkenbaar citaat om te illustreren wat ik bedoel met een levende tekst. Maar hoe eenvoudig het soms lijkt te gaan, in de live interactie met een gesprekspartner, zo stroef gaat dit oplepelen op het moment suprême achter mijn scherm. Terwijl ik weet dat dit juist op een luchtige manier een brug slaat tussen mijn lezer en dat wat ik wil uitleggen. Zo is daar het zinnetje:

“Hé, Pam je haar danst”

In mijn beleving is deze zin een compleet eigen leven gaan leiden. Hij komt uit en commercial over een shampoo. Het is 1995 en Daniëlle Overgaag fietst in de wind met dansend haar. Waarschijnlijk heb je ook zonder de context wel een beeld bij de quote. Met weinig woorden schetst deze zin een complete setting. Positief en invoelbaar. En ik voel dat er wat gebeurt met mij. Ik wil ook dansend haar. Hoe kom ik daaraan? De tekst geeft je onmiddellijk een beeld en een gevoel.

Daar gaat dit stuk over: hoe kan jij je teksten nieuw leven inblazen en waarom zou je dat eigenlijk willen?

Jaren nadat deze reclame op tv was kan ik me die zin nog herinneren. Dat is wat levende teksten doen: we onthouden* de informatie beter. Maar er is meer. De betrokkenheid* van de lezer stijgt bij het lezen van levende teksten. Hiermee neemt de bereidheid* toe om je aan te raden bij anderen, je producten of diensten te kopen en de voorkeursleverancier te worden van je klanten.  

“Een goede tekst bedient al onze zintuigen en representatiesystemen, dat is hoe wij informatie verwerken, opslaan en ons herinneren.” Kunnen we stellen dat hoe meer zintuigen we aanspreken hoe beter de boodschap verwerkt, opgeslagen en onthouden wordt??

(*educated guess 😉

De AED om het leven terug te krijgen in je teksten:

De quickfix: schrijf beeldend

Beeldend schrijven doe je door heel concreet te schrijven. Toets met de volgende punten of je taalgebruik helder genoeg is:

  • Kan je het zien, voelen of baseer je je op feiten
  • Heeft het maar één betekenis en is het op maar één manier uit te leggen
  • Kan je het tekenen

Low hanging fruit pakken met de schrijftechniek: Show, don’t tell

Niet vertellen maar laten zien, of voelen is een techniek die veel in fictie en filmscenario’s wordt gebruikt. Door middel van beschrijven van acties, gedachten en gevoelens in bijvoorbeeld dialogen kan je een beeld van een persoon schetsen. Je geeft de lezer dan een ervaring, hij wordt als het ware de hoofdpersoon, of de persoon in kwestie.

Zintuigen aanzetten: zintuigelijk schrijven

Wij mensen beschikken over zintuigen. Zien, horen, voelen, denken, ruiken en proeven. Je weet niet zeker welke zintuigelijke voorkeur je lezer heeft. Bovendien hebben mensen meestal twee of zelfs drie voorkeurszintuigen. Dat betekent dat het heel fijn leest als je meerdere zintuigen aanspreekt. We zijn geneigd, als we al een zintuig aanspreken in tekst, te kiezen voor beeldende beschrijvingen (zie quick fix). Maar er zijn nog meer zintuigwoorden die je in je tekst kunt brengen om deze rijker te maken en zo een grotere groep lezers te bereiken (zie bijlage 1 onderaan dit artikel).

Hoe kan je deze levendige woorden nou toepassen in je content?

Bijvoorbeeld met storytelling of in de dialoog met je lezer.  

Storytelling is een goede manier om emoties oproepen in je artikel. Als je emoties weet op te roepen is de kans groter dat je boodschap langer blijft hangen bij jouw doelgroep. Emoties roep je nog makkelijker op als je zintuigelijke woorden gebruikt. Dat komt omdat ze het verhaal ondersteunen en er een diepere laag aan meegeven. Je lezer wordt op meerdere representatiesystemen bediend. Daarnaast zijn relativeren, humor en een waarachtigheid elementen die een verhaal echter kunnen maken en een tekst en de boodschap hiervan dichterbij je doelgroep laten komen.

Dialoog met je lezer voeren kan je doen door de lezer direct aan te spreken

Dit kan je doen door de lezer direct aan te spreken, door hem een vraag te stellen. In de dialoog met je lezer gebruik je woorden die je in een echt gesprek ook zou gebruiken en die in een live gesprek dienen om de non-verbale communicatie te ondersteunen.

Optimaliseren van tekst

Een goede tekst bedient al onze zintuigen en representatiesystemen, dat is hoe wij informatie verwerken, opslaan en ons herinneren. Er bestaan drie dominante representatiesystemen: Visueel, auditief en kinesthetisch. Mensen beschikken over alle systemen van zien, horen en voelen, maar vaak zie je bij een individu een voorkeur voor een ervan. Nu je dit weet kan je dit in een tekst gebruiken. Dat doe je door woorden toe de voegen die alle drie de systemen aanspreken. Dit maakt je tekst zo inclusief mogelijk en voor een zo breed mogelijke groep toegankelijk.

In teksten kan je mensen met een bepaalde representatieve voorkeur subtiel aanspreken. Stel je wilt mensen raken die op zien zijn ingesteld dan gebruik je meer woorden die een kleur beschrijven of woorden die een bepaald beeld oproepen. ‘Zie je het voor je.’ ‘Kijk eens naar de mooie kleuren in dat schilderij.’ Voor mensen die vooral waarnemen met hun gehoor neem je het element geluid mee in een tekst. ‘Hoe klinkt dat in jouw oren?’. ‘De akoestiek is zo mooi.’ ‘De klanken van de instrumenten maken het muziekstuk tot een geheel.’ Als je doelgroep zich vooral door richt op de gevoel zet je eerder woorden in die die wereld aanspreken. ‘Ik liep de kamer in en voelde meteen de spanning.’ ‘Dat geeft je een gevoel van vertrouwen.’ ‘Hoe voel je je daarbij?’

Naast de drie hoofdsystemen zijn er nog twee systemen die je aan kan spreken. Een groep mensen heeft een auditieve digitale voorkeur. Zij zullen vooral gefocust zijn op woorden die het denken aanspreken. ‘Wat denk je van deze suggestie?’ ‘Naar mijn idee is dit de beste optie.’ Het vijfde en zesde systeem draaien om smaak (gustatief, of te wel proeven) en geur (olifactorisch, of te wel ruiken). 

Conclusie

Wil jij teksten met iets meer diepgang, gevoel, een beetje levendig graag? Lees je zelf graag teksten die beter blijven hangen, emotie oproepen en waar je door geïnspireerd raakt. Speel dan eens met de woorden die bepaalde zintuigen aanspreken. Ik ben benieuwd naar je creaties. Veel plezier met schrijven.  

Bijlage 1 – voorbeelden zintuigelijke woorden

Woorden die een visueel (zien) iemand veel gebruikt: helder, schijnen, schitterend, uitblinken, duidelijk, aftekenen, gezichtspunt, glansrijk, zwart-wit, horizon, weerspiegelen, licht, visie, dof, contrast, voorgrond, verbeelding, kijken, plaatje, uitstraling, ogen, oriëntatie, transparant, afmeting, focus, reflecteren, pronken.

Woorden die een auditief (horen) iemand veel gebruikt: klinken, horen, aanhoren, geluidsterkte, vragen, beweren, warm, zo gezegd, vertellen, geruchten, zeggen, luiden, stemmen, lawaai, fluisteren, volume, timbre, gekletter, afstand, onderbroken, analoog, diepte, melodieus, tonaal, sprakeloos, resonantie, vibratie, scherp, zuiver, vertragen, hakkelen, tempo, tonaliteit, ongehoord, toehoorders, rinkelen, toon, stereo, schreeuwen, vals, stil, harmonieus, woorden, plaats, digitaal, luisteren, harmonie, vertellen, wijs, duidelijkheid, discussiëren, rumoerig, stotteren, schel, toonsoort.

Woorden die een kinesthetisch (voelen) iemand veel gebruikt: doen, oppikken, strotvloed, drukkend warm, overladen, vorm, lekker, akelig, dringen, gewicht, duur, aanscherpen, opluchting, wollig, energie, staan, locatie, beweging, structuur, ruw, aandringen, flexibel, zacht, handvat, droog, raken leeg, spanning, handig, standpunt, hecht, zacht, pakken, trilling, lauw, ijskoud, samenstelling, zwaar, onderdrukken, glad, frequentie, jeuk, pittig, pijn, hartslag, warm, druk, temperatuur, voelen, oppervlakte, aanpakken, vol, irritant, richting, inleven, vasthouden, intensiteit, ontspanning, aangrijpen, vlinders in de buik, sensatie, concreet, overdrachtelijk, rustig, kriebelen, aanraken, standvastig, stevig, aantasten, ongevoelig, vochtig.

Woorden die een auditief digitaal (denken) iemand veel gebruikt: herinneren, ontkennen, saai, rommelig, denken, logisch, proberen, belangrijk, logica, reflecteren, negeren, langdradig, testen, van belang, iets snappen, leren, nadenken, rotzooi, naar jouw idee, refereren aan, in je gedachten, zin hebben in, ongeconcentreerd, geen aandacht.

Bijlage 2: meer lezen over zintuigelijk, beelden of concreet schrijven?

https://deschrijfster.nl/artikelen/hoe-je-nagaat-of-je-tekst-concreet-genoeg-is

https://www.lve.nl/blog/voordelen-concreet-schrijven/

Woorden overzicht bron:
https://www.innerlijkegedachten.nl/2015/02/19/wanneer-ben-je-visueel-auditief-een-gevoelsmens-juist-een-denker/