Hoe het niet moet van: “Firma Schaap en Co, voor al uw wollige teksten”.

“Dat begrijpt een klant toch wel?”

Dit kreeg ik vaak te horen als ik intern om input vroeg voor bijvoorbeeld de productpagina van een website. Dit nadat ik had gevraagd om een duidelijke uitleg over het product en wat de doelgroep er aan zou kunnen hebben. Ik ontving een tekst aangeleverd vol met intern veelvuldig gebruikte afkortingen, technisch uitgebreide uitleg en uitweiding waarom het product zo handig was.

Oja, en hele lange zinnen. En met een beetje mazzel ook nog een waslijst aan specificaties waar de klant aan moest voldoen om met dit product aan de gang te kunnen.

Wollige teksten, jargon, afkortingen.

In veel bedrijven en branches is dit nog aan de orde van de dag. Teksten die voor klanten bestemd zijn staan er vol mee. Navelstaren. Men weet misschien ook niet beter.

Mijn taak als productmanager was het product, met de klant in gedachten, te beschrijven. De voordelen voor de klant benoemen en specifiek maken. Welk probleem lost het op? In hapklare korte zinnen uitleggen dat het leven zonder dit product in ieder geval een stuk minder comfortabel is. En een link toevoegen naar waar het te koop is.

Centrale vraag:

“Wie is je klant?” Ook als je communicatie intern opstelt is dit een belangrijke vraag die je je zelf zo vroeg mogelijk in het schrijfproces moet stellen. Je tekst wordt er beter op. De boodschap komt duidelijker over. En de kans dat je product een succes wordt is groter. No-brainer toch?

Als jij vooral heel goed bent in andere aspecten van je vak, help ik je graag een handje. Of door het stellen van bovenstaande vraag, of door de tekst voor je te vertalen naar iets wat de klant begrijpt en tot actie aanzet.