Hoe lang gaat tekst mee?

Jo met de banjo 

 

Je kan erop wachten, zodra de asperges op tafel komen is er iemand die zegt: ‘ah het witte goud’. Pauline Cornelisse kwam hiervoor met de briljante term, dwangcliché. Je weet dat het een cliché is maar je moet het zeggen.

 

Zo heb je ook zangclichés. Kijk maar eens of je jezelf tegen kan houden als er op vakantie iemand zegt: ‘ik ga zwemmen…’ en als iemand de kamer binnenkomt met de korte en strakke groet, ‘Jo’, wordt dit bij ons steevast gevolgd door: ‘met de Banjo, en Lien met de mandoline’. 

 

Laatst was het weer zover. Ik kwam thuis, keek de kamer rond en zei vrolijk, ‘Jo’. Dwangmatig èn gezongen volgde vrijwel meteen de ‘met de banjo’ riedel. Dit keer ging ik all the way en probeerde ik het hele refrein te reproduceren, wat niet lukte. Dus ik zocht het nummer op op Spotify. 

 

Ik ontdekte een aantal zaken die ik niet wist: 

1. Het nummer heet niet: Jo met de banjo, maar De wandelclub

2. Het werd ooit geschreven door Toon Hermans

3. Bij mij meer bekend in de uitvoering van Sugar Lee Hooper

4. De tekst lijkt wel een ironisch feministisch protestlied.

 

Kijk maar eens naar deze zinnen:

 

‘Picknicken is zo fijn 
Niks pikken voor de lijn 
Dat mag voor ons overbodig zijn

 

Wij zijn niet te kussen 
Dat is onhygienisch 

 

Wij zijn dol op de merels 
We motten geen kerels 

 

Zonder hi, zonder ha, zonder heren 
Wij willen geen limousine

We willen de mandoline’  

 

De setting: een groep padvindsters die er al wandelend op uit trekt en geen mannen nodig heeft of wil. Maar dan met een Toon Hermans sausje erover.

 

Hij schreef deze tekst in 1959. Het lied werd in de begintijd vooral door Jasperina de Jong vertolk en in 1995 door Sugar Lee Hooper. Wat haar doorbraak betekende. Fantastisch toch hoe zo’n tekst al meer dan een halve eeuw meegaat.

 

In de reclamewereld zijn legio dwangclichés te vinden. Ik denk dat elke copywriter ervan droomt om ooit een slogan te bedenken als: ‘zo in mijn sas…’ of ‘brood, daar zit wat…’.

 

Verderop in deze e-mail geef ik je een methode hoe je je eigen slogan of pitch kan schrijven. Het hulpmiddel is een gedicht. Wie weet wordt het ooit wel een dwang of zangcliché.

Een gedicht zakelijk inzetten

 

Hoe vertel je, kort en krachtig, welk probleem jij oplost voor je klant met jouw product of dienst? Door te focussen op het probleem dat je oplost, blijft je verhaal beter hangen. 

 

Ik ben een liefhebber van de elfjespitch. Dat is een klein gedicht van elf woorden (een elfje). Het is ook wel bekend als de tiensecondenpitch, waarin je in tien seconden zegt wat je doet.

 

Het is makkelijk te onthouden en heel geschikt om in enkele woorden te vertellen wat een potentiële klant over jou moet weten. En als je een goede elfjespitch hebt, kan je die overal inzetten. Mensen zullen de kern van je pitch onthouden. En daar gaat het om.

 

Het elfje ziet er zo uit: 

(1) Een,
(2) Twee, drie,
(3) Vier, vijf, zes,

(4) Zeven, acht, negen, tien 

(1) Elf.

 

Praktisch toegepast kan het er zo uitzien (mijn elfjespitch): 

Contentstrateeg
Helpt ondernemers
Met helder krijgen

En schrijven van hun 

Verhaal.

 

Kan je wel wat hulp gebruiken met het schrijven van je elfjespitch? Mail me, ik denk graag met je mee. 

Goede tekst